lifesaving.nl banner 1

Algemeen Dagblad

Donderdag 5 januari 2006

Onbekende kampioenen

Ze zijn de besten in hun sport, maar staan zelden of nooit in de belangstelling. Vandaag deel 2 van een serie over onbekende kampioenen van 2005: de nationale vrouwenselectie zwemmend redden, Europees kampioen én winnaar van het goud bij de World Games.

 

Onbekende kampioenen: Zwemmend redden

Ze zwemmen lang niet zo snel als Pieter van den Hoogenband of Marleen Veldhuis, maar zwemmend redden is minstens even leuk, vindt de nationale selectie. Foto Jacqueline de Haas

 

Kris Spierings

Geen haaienpak, geen videoregistratie en geen uitgekiende trainingsschema's. (Alle drie wel, red.) Geen uitzinnige mensenmassa's en geen mediahype na het behalen van de zoveelste bulk internationale hoofdprijzen.

De nationale vrouwenselectie zwemmend redden behoort al jaren tot de absolute wereldtop. Op de kampioensstatus van een zwemcollega als Pieter van de Hoogenband, in wiens trainingsbad ook zij hun oefeningen afwerken, hoeven de zes beste zwemmend redsters van Nederland niet te rekenen.

Alle prijzen die in de wedstrijdtak van zwemmend reddden te vinden zijn, hebben de Nederlandse dames wel eens meegepakt. Wereldtitels, Europese titels. Ook bij elke editie van de World Games, het kleine broertje van de Olympische Spelen, sleept de nationale vrouwenselectie medaille na medaille in de wacht.

Nu zijn er in de zwemmend redsport ook behoorlijk wat prijzen te vergeven. Het aantal wedstrijddisciplines is eindeloos, voor de argeloze toeschouwer dan.

En bovendien: Nederland is een waterland. Overal en altijd zijn reddingsbrigades paraat. Dat met regelmaat drenkelingen gered moeten worden uit een onstuimige Noordzee of vliegensvlug opkomende Waddenzee, kan onmogelijk een verrassing zijn. Wel verrassend: geen van de zes dames in de nationale selectie komt uit een van de kustprovincies.

De beste zwemmend redsters van Nederland komen uit Noord-Brabant en Limburg. Niet zo vreemd als het lijkt, legt bondscoach en Limburger Nico Laumen uit. "Aan zee moeten mensen in nood gered worden. Wij hoeven niemand te redden, dus concentreren we ons op snelheid."

Op een doorsnee trainingsmiddag in het 50 meter-bad van zwembad de Tongelreep in Eindhoven hangen hekken dwars op de zwemrichting in het water. De selectie sleept met een knaloranje plastic poppen en schuimrubberen drijvers. Niet bevorderlijk voor de snelheid, zo kunnen bondscoach en zijn pupillen onmogelijk ontkennen.

"Meer nog dan om snelheid draait het bij het zwemmend redden om tactiek en techniek", verduidelijk Laumen. "De drenkeling, ook al is hij van plastic, mag niet verdrinken. Zijn hoofd moet boven water blijven. En bij de estafetteonderdelen moet die drenkeling zo efficiënt mogelijk worden doorgegeven."

De wedstrijdtak van zwemmend redden is niets meer of minder dan zwemmen met hindernissen. Lang niet zo snel als de kampioensraces van Van den Hoogenband, of Marleen Veldhuis, maar minstens zo leuk. Zo meent tenminste het prijzenwinnend zestal. "Juist de afwisseling maakt het zwemmend redden tot een uitdagende sport", stelt Sandra Temmerman. "Dag in, dag uit dezelfde baantjes trekken om steeds maar een paar tienden van mijn persoonlijk record af te halen zie ik niet zitten."

"Heel vaak op en neer zwemmen, daar vind ik niets aan", bevestigt Anneloes Peulen. Toch: aan rechttoe, rechtaan baantjes trekken kunnen de beste reddend zwemsters niet ontkomen. Gezamenlijk trainen kan eens per maand, naar belangrijke wedstrijden toe wordt de frequentie opgevoerd. Om de conditie op peil te houden, moeten de dames zelf aan de bak. In het water én in de sportschool.

Dat moet ook wel. De A-status van NOC*NSF krijgt geen topsport voor niets. In februari zwemmen de nationale vrouwen- en mannenselecties in Melbourne (Australië) de wereldkampioenschappen. De vrouwen gaan voor het behoud van de A-status, de mannen proberen hem te veroveren.

"In 2000 hebben wij de A-status gekregen vanwege onze resultaten op verschillende internationale toernooien", vertelt Ineke Goossens. "Voor de mannen ligt dat hoger, omdat hun wedstrijden een breder deelnemersveld hebben."

Een eigen Pieter kan de nationale selectie zwemmend redden wel gebruiken. Om de klassering op de wereldranglijst op de te krikken, en ook om wat aandacht voor de sport te generen (genereren, red.).  Nationale helden, zoals in Australië en Nieuw-Zeeland, zijn de strandwachten die de Nederlandse kusten bewaken nog lang niet. De beste zwemmend redders van Nederlands evenmin.

Bondscoach Nico Laumen: "Pieter van den Hoogenband moet eerst met een plastic drenkeling gaan trainen en zich de basistechnieken van het zwemmen redden eigen maken. Daarna is hij van harte welkom in de nationale selectie."

 

Paspoort

Naam: Monique Driessen (27, Breda), Ineke Goossens (26, Tilburg), Maartje van Keulen (25, Tilburg), Anneloes Peulen (20, Neer), Sandra Temmerman (25, Breda), Maike Op het Veld (18, Echt).

Sport: Zwemmend redden

Titel: Europees kampioen estafette, winnaar World Games estafette, allen diverse individuele titels.

 

Baywatch-gevoel

Laat het voor eens en altijd duidelijk zijn: zwemmend redden is geen reddend zwemmen. Ook de omschrijving reddingszwemmen voldoet niet. De reden daarvoor is, voor wie er net even iets langer over nadenkt, eigenlijk heel logisch. Om iemand te kunnen redden uit het water, moet je eerst kunnen zwemmen.

Opmerkelijk is dat bij trainingen en wedstrijden geen noodlijdende drenkeling te vinden is. Zwemmend wedstrijdredders slepen een plastic pop door het water. Bij andere onderdelen duwen ze een boot of reddingsband vooruit of duiken ze onder een aantal hekken door die dwars in het water zijn geplaatst.

Het zwemmend redden kent ruim dertig verschillende wedstrijdvormen, individueel of in groepsverband. Sommige ervan worden afgewerkt in een zwembad, andere aan uitgestrekte zandstranden en de bulderende branding. Niet gek dus, dat het Baywatch-gevoel af en toe komt bovendrijven.